Binnenhalen
De volgende 5 vragen zijn een goede leidraad bij het succesvol werven van nieuwe vrijwilligers.
1. Waarom zou iemand vrijwilliger bij mijn organisatie willen worden?
In feite de vraag der vragen. Stel u uw potentiële vrijwilliger eens voor. Die wil maar wat graag een antwoord op de vraag 'waarom zou ik?'. Dus: wat heeft u vrijwilligers eigenlijk te bieden? Wat is er zo leuk en interessant aan juist úw organisatie? Waarom zouden mensen een deel van hun vrije tijd op willen offeren om juist bij úw organisatie te komen werken? Wat is leuk voor wie? Wat de één leuk vindt, daar vindt de ander niets aan.
Het antwoord op deze vraag is direct uw beste 'verkoopargument'. Want als u weet wat er zo leuk is bij u, dan kunt u dat vast ook overbrengen op de mensen die u wilt binnenhalen.
Als u nadenkt over wat u uw nieuwe vrijwilligers nu eigenlijk te bieden heeft, sta dan ook eens stil bij de volgende vragen:
- Kunnen ze ervaring opdoen op een voor hen interessant terrein?
- Doet u aan deskundigheidsbevordering? Biedt u een cursus of training aan?
- Biedt u vrijwilligers een onkostenvergoeding?
- Is de organisatie goed bereikbaar?
Die laatste vraag is geen bijkomstigheid! Lang niet elke vrijwilliger beschikt over eigen vervoer. Als uw organisatie niet goed bereikbaar is, kan dat een negatieve invloed hebben op uw aantrekkelijkheid voor nieuw potentieel. Heeft u daarover nagedacht? Regelt u vervoer? Of biedt u een goede onkostenvergoeding?
De gouden regel is: als vrijwilligers de indruk krijgen dat er in ze geïnvesteerd gaat worden, zullen ze sneller geneigd zijn voor uw organisatie te kiezen.
2. Welke kwaliteiten vraag ik?
Denk niet te gemakkelijk over wat u precies wilt van uw vrijwilligers. Voldoet de doelgroep waarop u zich richt aan de gestelde criteria? Denk hierbij aan:
- Leeftijd
- Opleiding
- Ervaring
- Beschikbaarheid
- Motivatie
- Continuïteit
- Stressbestendigheid
- Betrouwbaarheid
- Deskundigheid
- Kwaliteit
- Representativiteit
- Passend in team
3. Past wat ik wil bij wat de vrijwilliger wil?
Iets preciezer uitgedrukt: passen de uit te voeren taken en de werkwijze van de organisatie bij de wensen en mogelijkheden van de potentiële vrijwilliger? En de doelstelling van de organisatie - past die bij deze vrijwilliger? Kunt u het eens worden over de precieze inhoud van het werk? En over de tijdsinvestering die het van de vrijwilliger vraagt? Zorg voor duidelijkheid over het aantal uren, de werktijden en regels waaraan vrijwilligers zich moeten houden. Maak ook afspraken over de inwerkperiode. Houd bij de werving van vrijwilligers altijd de doelstelling van de organisatie voor ogen: past de nieuwe groep vrijwilligers binnen de organisatie en draagt deze groep de doelstellingen van de organisatie uit? En/of ben ik bereid mijn doelstellingen bij te stellen om toch met een bepaalde (groep) vrijwilliger(s) aan de slag te kunnen? Het kan zijn dat mensen best voor uw organisatie willen werken, maar dan voor slechts een paar weken of maanden. Of liefst 's middags, terwijl u de ochtenden zo handig vond. Kijk eens hoe flexibel u bent en of u kunt voldoen aan de wensen van potentiële vrijwilligers. Denk ook eens na over projectmatige klussen, waarvoor u een scholier of student kunt interesseren.
4. Welke communicatiekanalen kan ik gebruiken?
U kunt natuurlijk zoveel mogelijk communicatiekanalen gebruiken om vrijwilligers te werven. Het is alleen de vraag of u daarmee de mensen die u zoekt, ook echt bereikt. Bedenk daarom van tevoren wat voor type vrijwilligers u zoekt (zie ook vraag 2) en pas uw zoekacties daar zoveel mogelijk op aan.
Bij het binnenhalen van allochtone vrijwilligers is deze persoonlijke benadering minstens zo belangrijk. Van belang daarbij is dat de organisatie goed uitlegt wat er precies verwacht wordt van zijn vrijwilligers:
"Allochtonen weten vaak helemaal niet hoe een Nederlandse sportclub werkt. Dat het hier heel gewoon is om contributie te vragen en dan ook nog te verwachten dat leden - of ouders van jeugdleden - vrijwilligerswerk doen voor de club. Hoe kan je dan verwachten dat ze actief meewerken? Voor zo’n informatieavond bellen we iedereen op en spreken de ouders persoonlijk aan - als het moet in de eigen taal. We leggen uit dat het gaat om het belang van hun kind en dat we rekenen op hun komst. Na afloop blijken veel ouders best bereid om mee te draaien in de vervoerspool of mee te doen aan andere activiteiten. Van deze interesse en bereidwilligheid bij ouders staan verenigingen vaak behoorlijk te kijken. Verenigingen staan er niet bij stil dat veel informatie gewoon niet bekend is bij ouders en dat het begrip ‘vrijwilligerswerk’ op zich een onbekend fenomeen is. Het is een kwestie van de mensen vragen om mee te doen en ze daadwerkelijk het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Allochtonen zijn ook maar mensen, die je kunt benaderen, informeren en vragen, om mee te doen” (Brahim Seali, Multicultureel Centrum voor Participatie).
U vindt hieronder enkele manieren om nieuw vrijwilligerspotentieel te vinden:
- Inschakelen van vwc's/vvb's4/bedrijven en Centra Bedrijf en Samenleving
- Persoonlijke benadering/via-via op de locatie waar de inzet wordt verricht
- Informatiebijeenkomsten in scholen, bedrijven, verenigingen, buurt- en clubhuizen, Rotary, Lions etc.
- Presentatie op jaarmarkten, braderieën etc.
- Schriftelijke oproepen in bijvoorbeeld clubblad, brief naar oud-vrijwilligers e.d.
- Briefkaarten en posteractie
- Kranten (artikelen)
- Huis-aan-huisbladen
- Sociale dienst
- Lokale omroepen
- Website
- Netwerken specifieke groepen
5. Kunnen we met elkaar overweg?
Dat klinkt misschien als een overbodige vraag. Maar het is juist een heel belangrijke. Want u kunt wel iemand binnen de deuren halen, u moet er vervolgens ook plezierig mee door één deur kunnen. Stel uzelf de vraag: klikt het? Als dat niet zo is, is het de overweging waard om niet met elkaar in zee te gaan. U voorkomt zo wellicht een hoop problemen.
Bron: Werkboek 5xB uitgave 2005; CIVIQ, Utrecht